Een doorbraak in de bloeddonatie voor mannelijke homoseksuelen?

Vorige week behaalde de LGTBI+ gemeenschap een overwinning bij het Grondwettelijk Hof. Ze bekwamen namelijk de nietigverklaring van een regel die de bloeddonatie van mannelijke homoseksuelen beperkte. De vraag rijst echter naar de praktische draagwijdte van deze overwinning.
Gestaafd door argumenten van volksgezondheid, werd bloeddonatie voor mannelijke homoseksuelen sinds 1985 verboden. Ruim twee jaar geleden kwam er echter een doorbraak in de mogelijkheid voor homoseksuelen om toch bloed te doneren. Deze mogelijkheid werd in de wet van 20 juli 2017 wel beperkt door de regel dat mannen die geslachtsgemeenschap hebben gehad met een andere man gedurende een periode van 12 maanden voorafgaand aan de donatie, werden uitgesloten, alsook mannen wiens mannelijke partner seksueel contact had gehad met een andere man gedurende eveneens 12 maanden.
Deze beperkende maatregel schoot echter in het verkeerde keelgat bij de LGTBI+ gemeenschap en leidde tot veel verontwaardiging. Daarom stelden een aantal verenigingen een vordering tot nietigverklaring van deze regel in bij het Grondwettelijk Hof. Vorige week besliste het Grondwettelijk Hof tot de nietigverklaring van deze beperkende regel, aangezien het onderscheid volgens hen zonder rechtvaardiging is.
De praktische draagwijdte van deze nietigverklaring is wel beperkt. De woordvoerder van het Grondwettelijk Hof bevestigde dat de effecten van de regel ook na de nietigverklaring nog blijven doorwerken, tot er een wet betreffende bloeddonatie in de plaats komt, die wel in overeenstemming is met de grondwet. De wetgever heeft hiervoor een termijn van twee jaar gekregen. De LGTBI+ gemeenschap zal dus nog even geduld moeten hebben, maar er is licht aan het einde van de tunnel, en het einde is deze week een heel stuk dichterbij gekomen.
Bron: Het Nieuwsblad
David de Bok