De "Kasteelmoord" ontleed

In den beginne...

Op 31 januari 2012 werd Stijn Saelens doodgeschoten in zijn kasteel in West-Vlaanderen. De 34-jarige projectontwikkelaar liet een vrouw en vier kinderen na. Het is overigens die echtgenote die het bloedspoor in de inkomhal van het kasteel aantrof, tezamen met een kogelhuls. Stijn Saelens was nergens te bekennen. Zijn schoonvader André Gyselbrecht en diens zoon Peter werden ondervraagd en na 48 uur weer vrijgelaten. De schoonvader werd meerdere malen opnieuw ondervraagd, samen met een aantal personen van Tsjetsjeense afkomst en Pierre Serry, de schoonbroer van het slachtoffer.

Twee weken later werd het lichaam van het slachtoffer aangetroffen in het bos van Maria-Aalter, in de nabije omgeving van een chalet van Pierre Serry. De autopsie bevestigde dat de doodsoorzaak een kogel in de rechterlong was, waardoor Stijn Saelens gestikt was in zijn eigen bloed. Op 24 februari stelde de echtgenote, Elisabeth Gyselbrecht zich burgerlijke partij door klacht in te dienen tegen onbekenden bij de onderzoeksrechter. Dit had tot gevolg dat Jef Vermassen, advocaat van zowel Elisabeth als André, zich moest terugtrekken uit de zaak wegens een belangenconflict.

Bekentenissen en aanhoudingen

Op 5 maart bekende de schoonvader André Gyselbrecht dat hij het slachtoffer 'een lesje wilde leren'. Volgens hem zou Stijn Saelens incestueuze handelingen gesteld hebben bij zijn dochter. Een paar dagen eerder was in de cel van Pierre Serry een brief aangetroffen waarin hij schreef: 'Die mens moest niet dood. Echt niet. Hij moest alleen maar een lesje krijgen, en dat is fout gelopen.'

Op 4 september 2012 beslist de Kamer van Inbeschuldigingstelling dat André en Peter Gyselbrecht de gevangenis onder voorwaarden mogen verlaten.

Op 26 januari 2013 werd aan de hand van DNA-materiaal Ron(ny) van Bommel, een huurmoordenaar, geïdentificeerd als de schutter. Het signaal van zijn gsm werd bovendien opgepikt nabij de plaats van de moord. Datzelfde toestel was geregeld gebruikt om naar Pierre Serry te bellen, tot 31 januari 2012, de dag van de moord. Van Bommel was echter overleden aan pancreaskanker in 2012.

Op 14 februari 2013 werd André Gyselbrecht opnieuw gearresteerd. De aanleiding was een voor de verdachte ongunstig rapport van de gerechtspsychiater. Als reactie diende zijn advocaat een verzoek tot wraking in tegen de onderzoeksrechter. Die laatste trok zich daarop terug uit het onderzoek. Op 3 januari 2014 wordt André wederom onder voorwaarden vrijgelaten.

De Nederlandse Evert de Clerq wordt eveneens opgepakt als vermoedelijke tweede uitvoerder. Hij zou uit de entourage van Pierre Serry komen.

Het parket kondigt op 2 april 2014 aan dat de feiten berecht zouden worden voor het hof van assisen. De zoektocht naar een tweede uitvoerder van de moord zou los daarvan voortgezet worden. Die splitsing van het dossier werd betwist.

Op 25 juni 2015 werd de schoonvader voor de zoveelste keer aangehouden, nadat de nieuwe verdachte Franciscus 'Roy' Larmit, de chauffeur en neef van Van Bommel, had vermeld dat Van Bommel een man met een incestverleden had vermoord. Larmit werd beschouwd als nieuwe tweede uitvoerder, maar naar eigen zeggen zou hij zijn neef slechts vergezeld hebben.

Evert de Clerq werd opnieuw aangehouden door de onderzoeksrechter. Hij bleef zijn betrokkenheid ontkennen, hoewel Larmit belastende verklaringen jegens hem aflegde.

De verwijzing naar het hof van assisen werd door de verdediging verschillende malen bepleit, maar na aanname van verzachtende omstandigheden (sinds de Potpourri II-wet mogelijk voor alle misdaden) werd de zaak definitief naar de correctionele rechtbank verwezen. Peter Gyselbrecht werd buiten vervolging gesteld. André Gyselbrecht, Peter Gyselbrecht, Roy Larmit, Pierre Serry en Evert de Clerq worden aldus berecht voor de correctionele rechtbank.

Eerste zittingsdag

Er werd een advocaat aangesteld die de belangen van de kinderen op het proces zou verdedigen. Doch wekte dit op de inleidende zitting enkel chaos. De betreffende advocaat was aangesteld door de voogd ad hoc van de kinderen, die tevens een relatie heeft met Elizabeth Gyselbrecht. Een tweede persoon werd aangewezen, maar aangezien hij als vrederechter had opgetreden in de echtscheidingsprocedure van Stijn en Elizabeth, trok hij zich eveneens terug uit de zaak.

Verder werd op de inleidende zitting overlopen welke getuigen opgeroepen zullen worden, de toevoeging van een aantal dossiers gevraagd en gediscussieerd over de vraag of een deel van het proces achter gesloten deuren zou moeten plaatsvinden wegens de mogelijke zedenfeiten tegenover de minderjarige kinderen.

Opmerkelijk nog: de advocaat van Evert de Clercq vraagt om Pierre Serry en Roy Larmit te laten getuigen onder eed. Een ongeziene zet, die volgens de advocaat perfect mogelijk is naar Europees recht.